Al bijna twintig jaar vertelt Ilvy Njiokiktjien verhalen als fotojournalist en filmmaker. In haar werk legt ze maatschappelijke en sociale thema’s vast waarbij onderwerpen als identiteit, onrecht en menselijke veerkracht centraal staan. Ze deelt haar ervaringen met de voor- en nadelen van werken als vrouw in een door mannen gedomineerde wereld.

Het begon allemaal in 2006 toen Njiokiktjien begon met haar fotografiestage bij het ANP. ‘Ik moest echt alles nog leren; van de techniek tot aan hoe je de camera überhaupt vasthoudt. Ik denk dat er nog nooit iemand op een stageplek terechtkwam die zo weinig wist als ik’, zegt ze. Haar collega’s namen haar echt onder hun hoede. ‘Iedere keer liep ik een dag met een van hen mee waardoor ik in vier maanden alles mocht fotograferen. Vervolgens mocht ik op de redactie gaan werken en kreeg ik ook al opdrachten.’

Daarna ging het snel. In de jaren die volgden kreeg Njiokiktjien al snel veel aandacht en is haar werk meermaals bekroond met grote internationale en nationale fotoprijzen. Zo won ze in 2012 een World Press Photo Award voor het project Afrikaner Blood dat wereldwijd indruk maakte. Een jaar later ontving ze, als eerste vrouw, de Zilveren Camera voor haar foto van de begrafenis van Nelson Mandela. In datzelfde jaar is ze benoemd tot de eerste officiële Fotograaf des Vaderlands. Deze onderscheidingen zijn slechts een greep uit de vele prijzen die ze in de loop der jaren binnensleepte.

De kracht van onderschat worden
Toen haar carrière van start ging, belandde Njiokiktjien in een wereld die bijna volledig door mannen werd gedomineerd. ‘Naast een paar andere vrouwen, waren er alleen maar mannen in het werkveld. Bij evenementen was ik vaak de enige vrouw’, vertelt ze. Hierdoor merkte ze dat ze in de eerste jaren vaker minder serieus genomen werd dan haar mannelijke collega’s. ‘Ze gingen er vaak vanuit dat zíj wel met de beste foto’s thuis zouden komen.’
‘Dat heeft ook wel eens in mijn voordeel gewerkt; dat mensen mij onderschatten en daardoor geen gevaar in mij zien’, legt ze uit. Een voorbeeld daarvan is toen ze samen met collega Elles van Gelder een racistisch kamp fotografeerde en filmde in Zuid-Afrika. ‘De man die dat kamp leidde, liet ons zomaar binnen, omdat hij geen gevaar in ons zag als vrouwelijke fotografen. Uiteindelijk won ik met die foto de World Press Photo Award, en is het sindsdien op talloze internationale exposities te zien geweest. Daarnaast kreeg de foto brede publiciteit in kranten over de hele wereld.’

De risico’s van het vak
Het vak kan als vrouwelijke fotojournalist soms extra gevaarlijk zijn. ‘Je bent kwetsbaarder en komt wel eens in situaties waarin je scherp moet blijven. Zeker als het gaat om geweld of seksuele intimidatie; de realiteit is dat vrouwen vaker doelwit zijn dan mannen’, zegt Njiokiktjien. Zo belandde ze tijdens een opdracht in Azerbeidzjan in een taxi die niet naar haar hotel reed, maar naar een afgelegen industrieterrein. ‘De chauffeur stopte daar en bleef stil zitten. Ik zag dat zijn handen trilden van de zenuwen. Toen wist ik: dit is foute boel. Ik keek hem aan via de achteruitkijkspiegel, waarop hij de motor weer startte en alsnog wegreed. Blijkbaar had hij zich bedacht.’
‘Ik heb vaker in zulke spannende situaties gezeten, maar ik word gelukkig ook vaak geholpen’, vertelt Njiokiktjien. ‘Ik ben twee keer beroofd: de eerste keer kwam een bewaker me met kracht te hulp, de tweede keer sprong de persoon die ik fotografeerde boven op de overvaller.’ Ze benadrukt dat ze zich vaker onveilig voelt, dan dat er écht iets gebeurt. ‘Met de jaren krijg je meer mensenkennis. Bovendien letten anderen vaak op me; ze lopen met me mee of geven advies over wat ik beter wel of niet kan doen.’
Een vrouw achter de camera maakt verschil
Toch is Njiokiktjien blij dat ze dit werk als vrouw doet, juist vanwege de onderwerpen waar ze vaak mee werkt. ‘Mensen vertrouwen een vrouw sneller als het om gevoelige onderwerpen gaat’, legt ze uit. Dat betekent volgens haar niet dat mannen gevoelige verhalen minder goed kunnen vastleggen: ‘Veel mannelijke collega’s kunnen prachtige verhalen maken, maar het kost hun alleen wat meer tijd om toegang te krijgen en het vertrouwen te winnen.’ Volgens haar is dat ook een van de kerncompetenties van het vak. ‘Techniek is bijzaak; het draait erom dat je echt dichtbij iemand kunt komen.’

Een boodschap voor jonge vrouwen in de fotografie
Njiokiktjien is blij dat het aantal vrouwelijke fotojournalisten langzaam toeneemt. Aan jonge vrouwen die in het vak willen, geeft ze het volgende advies: ‘Sta je mannetje en laat je niet wegduwen, letterlijk én figuurlijk. Er zal altijd commentaar zijn, maar doe gewoon wat jij moet doen. En als je jong bent en de tijd hebt: doe het beter. Blijf een uur langer of kom een uur eerder dan collega’s, en haal alles eruit wat erin zit.’
Tot slot moedigt ze beginnende fotografen aan om op hun eigen kracht te vertrouwen: ‘Denk niet dat collega’s die al twintig jaar langer in het vak zitten het altijd beter weten. Als nieuwkomer heb je vaak een frisse blik. Vertrouw op je intuïtie en laat je niet wijsmaken dat iets niet goed is. Vaar je eigen koers en laat je niet afleiden door wat anderen vinden. En als iemand oprecht hulp aanbiedt: neem die dan ook aan, want er zijn genoeg mensen die je écht verder willen helpen.’